Een inclusieve pedagogische basis begint bij het erkennen van de kracht die al aanwezig is. Bij oudergroepen, buurtinitiatieven, informele ontmoetingsplekken en via social media waar mensen elkaar al vanzelf vinden. Door als professional niet te sturen, maar aan te sluiten, kunnen we samen bouwen aan een sterke gemeenschap van binnenuit. Dat vraagt om anders denken, organiseren en doen: ruimte maken voor wat ouders belangrijk vinden, hun talenten benutten en duurzame samenwerking mogelijk maken.
Aansluiten bij ouders
Een sterke opvoedomgeving ontstaat wanneer professionals aansluiten bij de kracht die al in gezinnen en buurten aanwezig is. Samen bouwen we zo aan een gemeenschap van binnenuit.
Duurzaam aansluiten bij ouderinitiatieven
Vaders, moeders en andere opvoeders weten vaak heel goed wat hun gezin, hun straat of hun buurt nodig heeft. Toch praten we nog vaak over ouders en opvoeders, in plaats van met hen. Duurzaam samenwerken begint met aansluiten bij wat er al leeft – bij oudergroepen, buurtinitiatieven of informele ontmoetingsplekken waar mensen elkaar vinden.
In de publicatie ‘Wat werkt bij samenlevingsopbouw’ beschrijft Movisie factoren die helpen om samenlevingsopbouw echt te laten werken. Het begint bij informele plekken: laagdrempelig en uitnodigend, zoals een oudercafé of speeltuin waar mensen elkaar vanzelf ontmoeten. Daar groeien relaties en vertrouwen. Als professionals stappen we in die wereld; niet als regisseur, maar als partner.
Het gaat ook om het zien van talenten: ouders brengen kennis, verhalen en vaardigheden mee die waardevol zijn voor anderen. Door die te benutten, ontstaat wederkerigheid. Verschillen in achtergrond en opvoedstijl zijn geen probleem, maar juist een kans om overeenstemming te vinden over wat belangrijk is in de buurt.
Echte vernieuwing ontstaat wanneer ouders zelf het initiatief nemen en invloed hebben op beslissingen die hen raken. Dan is er sprake van zelforganisatie en collectieve belangenbehartiging. Professionals kunnen dit versterken door ruimte te geven, te verbinden en te ondersteunen waar nodig. Niet betrekken dus, maar meebewegen. Door vertrouwen te geven en samen te leren, groeit de kracht van de gemeenschap van binnenuit.
Praktijkvoorbeeld: Vadercentrum ADAM is van de inwoners
In Vadercentrum ADAM, midden in de wijk ‘t Laak in Den Haag, komen bewoners bijeen voor activiteiten, om te ontmoeten en te ontspannen. Bilal Sahin, coördinator van het Vadercentrum, vertelt:
‘Ieder mens is uniek en ergens goed in. Nooit iets voor een ander bedenken. Want wie ben ik om iets voor een ander te organiseren? Leer de mensen goed kennen, en haal hun behoeftes op voordat je iets organiseert. Doe het niet voor hen, maar mét hen. Hier in Laak was er behoefte aan activiteiten. Allereerst kwamen er de buurtvaders, en andere activiteiten volgden. Begin nooit te groot. Klein beginnen, en vanuit daar bouw je het op. Het vadercentrum groeit nog steeds! Het is ons tweede thuis. Het welzijnswerk ondersteunt zo min mogelijk, het wijkcentrum is van de inwoners zelf’
Inmiddels werken 190 vrijwilligers dagelijks in het vadercentrum, er zijn tien lopende projecten waaronder een weggeefwinkel en een voedselbank. Wekelijks komen hier 1200 mensen; er zijn cursussen zoals houtbewerken en lassen en er wordt gekookt en samen gegeten.
Anders denken, organiseren en doen
Een inclusieve pedagogische basis vraagt om een andere manier van werken. Niet vanuit losse projecten of regels, maar vanuit het dagelijks leven van families, gezinnen, vaders, moeders en kinderen. Het begint met écht luisteren: ruimte maken voor de ervaringen, wensen en talenten én voor twijfels, onzekerheid en gevoelens van schaamte of wantrouwen die kunnen ontstaan wanneer het leven ingewikkeld is. Veel ouders willen meedoen, maar voelen zich soms beoordeeld of onveilig. Pas wanneer er ruimte is voor die gevoelens, kan samen opvoeden betekenisvol worden.
Het gaat ook over het gesprek met kinderen, jongeren en volwassenen over hun leefomgeving, hun dromen én de barrières die ze ervaren. En het samen ontwerpen en bouwen hiervan. Dat vraagt om gelijkwaardigheid, respect en gezamenlijke besluitvorming, waarbij niemand bang hoeft te zijn om tekort te schieten.
Anders denken
Verleg de focus van “voor ouders” naar “met ouders”. Dat betekent: samen bepalen wat werkt, aansluiten bij bestaande ouderinitiatieven en ruimte geven aan verschillende achtergronden en opvattingen. In een inclusieve pedagogische basis telt het perspectief van ouders en mede-opvoeders even zwaar als dat van professionals. Veel ouders in kwetsbare situaties hebben eerder te maken gehad met systemen waarin zij zich niet gehoord voelden. Daardoor kan wantrouwen ontstaan, dit is een begrijpelijke reactie op ervaringen van controle, afwijzing of schaamte. Door aan te sluiten bij hun dagelijks leven, met open vragen en zonder oordeel, ontstaat langzaam ruimte voor vertrouwen. Denk niet alleen vanuit beleid of projecten, maar vanuit de gezinnen zelf. Wat hebben ouders nodig in hun dagelijks leven? Waar liggen hun krachten en ideeën? Door die perspectieven centraal te zetten, groeit vertrouwen en ontstaat een basis die past bij de wijk en haar bewoners.
Anders organiseren
Samenwerking is de sleutel – tussen zorg, welzijn, kinderopvang en bewoners. Formeel en informeel, hand in hand. Professionals nemen een faciliterende rol: ze luisteren, verbinden en ondersteunen, terwijl ouders het initiatief kunnen nemen. Belangrijk is dat ontmoetingsplekken veilig voelen. Dat ouders kunnen komen zonder angst om beoordeeld te worden, en waar fouten maken mag. Zo ontstaan plekken waar ontmoeting, leren en herstel van vertrouwen vanzelf gaan.
Anders doen
Het begint met dichtbij zijn: aansluiten bij de leefwereld van ouders, begrijpelijke taal gebruiken en samen ontdekken wat belangrijk is. Soms betekent dat eerst werken aan veiligheid en vertrouwen, voordat stappen gezet kunnen worden. Door aandacht te hebben voor schaamte en wantrouwen, en deze zonder oordeel te benoemen, ontstaat ruimte voor echte verbinding. Investeren in vertrouwen, eigenaarschap en verbondenheid is de kern van een inclusieve pedagogische basis.
Praktijkvoorbeeld: consent en leiderschap in het VrouwenBuurtlab
In het VrouwenBuurtlab, een ontmoetingscentrum voor vrouwen in Den Haag, leidde de overgang van een koffieochtend naar een breder initiatief tot uiteenlopende vragen: wie hoort erbij? Welke activiteiten? Welke kleur verf? Beslissingen kwamen niet vanzelf. Wat hielp was leiderschap vanuit nabijheid. Dilan Cesim is een ervaren opbouwwerker, ze luisterde actief, stelde vragen en bracht structuur zonder het informele karakter te verliezen. Samen met opdrachtgever Isolde Verburgt bouwde ze het initiatief, hielp met praktisch werk en was aanspreekpunt voor vrijwilligers. Zo ontstond consent: breed gedragen, gelijkwaardige beslissingen die door alle betrokkenen gedragen werden. Dilan vertelt over het VrouwenBuurtLab:
‘We denken in oplossingen en voor ieder probleem is een oplossing. Dus wanneer een moeder niet kan deelnemen aan een activiteit omdat ze jonge kinderen heeft? Wij hebben een oppas. En als taal in de weg staat? Dan helpen we bij het vinden van taalles. Door echt te luisteren hoor je welke belemmeringen moeders ervaren in hun leven. En door te helpen om die weg te nemen, laat je vrouwen groeien. Ontmoeten, ontdekken en verbinden, dat zijn onze pijlers en we doen het in de praktijk.’
De succesformule van het VrouwenBuurtLab is dat vrouwen zich daar gehoord en gezien voelen. Een veilige plek die voelt als een tweede familie. Het aanbod is bedacht door de vrijwilligers. Van opvoedcursus tot schilderles, het aanbod is breed en sluit aan bij wat de vrouwen willen.
Aan de slag in je coalitie
Als coalitie werken aan een inclusieve pedagogische basis kan alleen als iedereen zich betrokken voelt – van jeugdverpleegkundige tot buurtsportcoach, van beleidsmaker tot welzijnswerker. Dat begint met een gedeelde ambitie: een verhaal dat verbindt, inspireert en ruimte biedt aan ieders perspectief. Zo’n verhaal groeit in gesprekken, in ontmoetingen en in de praktijk. Deze tips kunnen helpen bij het bouwen van jullie verhaal:
- Betrek ouders en partners vanaf het begin
- Bouw samen aan taal en visie
- Zorg voor draagvlak op alle niveaus
- Neem de tijd om te groeien en blijf positief
- Maak afspraken over concrete vervolgstappen
Praktijkvoorbeeld: Werkgroep Ouderschap in Almere
Binnen Kansrijke Start coalitie ONE4Almere liepen al initiatieven met ouders, zoals Vaderkracht en podcasts met moeders. Toch groeide de wens om ouders nog meer te betrekken. Vanuit een netwerkgroep ontstond de werkgroep Ouderschap, met professionals uit zorg, welzijn en vrijwilligersorganisaties. Wat opviel: ouders in Almere stellen steeds vaker opvoedvragen aan professionals. Ze lijken minder vanzelf andere ouders te vinden om mee te praten. Dat riep de vraag op: wat hebben ouders nodig, en van wie, om zich zekerder te voelen?
De werkgroep ging in gesprek over trends, waarden en beroepshouding. Al snel ontstond overeenstemming: betrouwbaar en gelijkwaardig samenwerken is essentieel. Twee vragen kwamen centraal te staan:
- Wanneer voelt een ouder dat een professional écht naast hem of haar staat?
- Wat heeft een ouder nodig om zich veilig genoeg te voelen om zich kwetsbaar op te stellen?
Deze vragen helpen om samen te werken vanuit vertrouwen en nabijheid — met ouders als gelijkwaardige partners.
Domeinoverstijgend samenwerken
Een inclusieve pedagogische basis vraagt dat we verder kijken dan zorg, welzijn en kinderopvang. Ook domeinen als woningbouw, openbare ruimte en werk & inkomen hebben grote invloed op hoe kinderen opgroeien en hoe ouders zich voelen in hun rol als opvoeder. De plek waar je woont doet ertoe: is er ruimte om elkaar te ontmoeten? Zijn er veilige speelplekken? Kun je buren tegenkomen en ervaringen delen? In buurten waar dat ontbreekt, voelen ouders zich sneller alleen – met gevolgen voor stress, gezondheid en vertrouwen.
Domeinoverstijgend werken begint bij het delen van verhalen. Wat zien professionals in de wijk? Wat horen ze van ouders? En hoe kunnen woningcorporaties meedenken over een leefomgeving die opvoeding ondersteunt? Dat vraagt om nieuwe verbindingen — tussen beleidsmakers, uitvoerders en bewoners. Niet wachten tot beleid verandert, maar klein beginnen – door elkaar te leren kennen, samen te kijken wat mogelijk is en ouders te betrekken bij het ontwerp van hun leefomgeving.
Tijdens een bijeenkomst sprak Pim Timmers, gebiedsmanager bij Haag Wonen, over de rol van woningcorporaties in de wijk. Zijn boodschap was helder: ook woningbouw heeft een sociale doelstelling. Hij spreekt dagelijks met huurders en bewoners, en zoekt actief naar manieren om samen te werken. Soms is dat iets kleins, zoals een buurtbarbecue. Soms iets groters, zoals het gezamenlijk aanleggen van een binnentuin. Wat telt is dat bewoners meedoen — en dat er partners zijn die dat mogelijk maken. Pim nodigde coalities nadrukkelijk uit: “Zoek mij op!”
Zo kun je domeinoverstijgend samenwerken aan een leefomgeving die opvoeding ondersteunt. Niet alleen praten over ouderschap, maar ook kijken naar de plek waar ouders wonen, elkaar ontmoeten en zich thuis voelen. Woningcorporaties kunnen daarin een waardevolle partner zijn — als we ze uitnodigen om mee te doen.